Kleine Allium met een bijzondere kleur: zacht citroengeel. De bloemetjes hebben lange witte meeldraden wat de bloembol een zacht pluizige indruk geeft.
Leuke voorjaarsbloeier, kruising tussen A. rivularis en A. ranunculoïdes. Verdwijnt na de bloei onder de grond.
Kleine wit/gele kelkbloemen met een geel ‘afdakje’. Geurt. Makkelijke soort voor halfschaduw en rijke, vruchtbare grond.
Loopt in het voorjaar uit met grijsgroen, varenachtig blad en bloeit zeer rijk met zachtgele bloemen met een bruine tekening. Kort levend maar zaait zich goed uit. Een bijzondere Corydalis!
Nieuwere variëteit met grote bloemen en smal blad. De warmgele bloemen komen uit oranje knoppen en hebben korte, brede bloemblaadjes. Voor een droge, warme standplaats.
Relatief kleine bloemen in een mooie warmgele kleur. Het blad en de stelen zijn frisgroen. De kleinbloemige soorten zouden beter winterhard zijn. Geef ze een goed afwaterende plek in de volle zon. Regelmatig delen (in het voorjaar!) bevordert de bloei.
Zeer vroeg bloeiende crocus uit Turkije. Bloeit al in januari met warmgele, bijna oranje bloemen. Deze crocus bloeit alleen in volle zon.
Elliptisch gevormd blad met opvallende nerven. Bloeit met hangende zachtgele bloemen waarvan de knoppen bij het uitlopen van het blad al zichtbaar zijn. Na de bloei zwarte bessen. Langzame groeiende, betrouwbare plant voor iedere bostuin.
Mooi gevlekt blad, daarboven zachtgele tere bloemetjes aan dunne steeltjes. Ze verwilderen makkelijk onder heesters en op andere beschaduwde plekken. Plant ze diep zodat ze niet uitdrogen.
Iets breder blad dan de witte vorm, met dezelfde tekening. Aan iedere steel komt één (hangende) bloem. Ze vragen een beetje zon in het voorjaar om te kunnen bloeien en rijke vochtige grond.
Bijzondere Kievitsbloem voor niet te droge grond. Houdt van vette, liefst leemhoudende grond, uit de volle zon. Grijsgroen bladen dikke stelen met zachtgele hangende bloemen. Ze doen me op een of andere manier denken aan Helleborus.
Laag blijvende Narcis met geel-witte bloemen. Meerdere bloemen per steel.
Langzaam groeiende bosplant voor humusrijke grond. Het drietallige blad is gevlekt. Groeit langzaam maar kan zich uitzaaien, helaas bloeien zaailingen pas na een aantal jaren. Geduld!
Klein tulpje voor verwildering. De bloem is warmgeel met rood.
Stinzeplant, verwilderd in Friesland, het Utrechts rivierengebied en de duinen aan de Noordzeekust. De bloemknoppen zijn donkergeel met iets oranje erin en staan mooi van de stelen af. Als de knoppen opengaan worden knalgele stervormige bloemen zichtbaar. Geen bosplant, groeit in grasland op voedselrijke, vrij vochtige grond in de volle zon.