Grootbloemige sierui met witte bloemetjes in een bolvormige bloeiwijze, 15 cm doorsnede.
Lijkt met z’n korte stelen en grote bloemen wel wat op Allium karataviense, een van z’n voorouders. De kleur is roder dan de meeste Alliums en komt van de andere ouder Allium atropurpureum, een soort wijnrood.
Donkerpaars gekleurde sierui. Niet de grootste bloemen maar wel heel betrouwbaar, komt ieder jaar terug. Voor een droge plek in kalkrijke grond.
Mooie sierui, bloeit in de zomer met lichte blauwpaarse bloemen.
Bijzondere kleur voor een Allium. Donker paarsrode stervormige bloemetjes staan in kleine halfronde bollen. Plant ze in goed doorlatende grond.
Schitterende felblauwe bloemen in kleine bolvormige bloeiwijzen. Deze Allium maakt weinig blad waardoor hij goed te gebruiken is in een vasteplanteborder.
Bijzondere bloemvorm: doordat de bloemetjes aan lange steeltjes zitten gaan ze iets hangen, het geheel lijkt op een net ontplofte vuurpijl.
Kleine Allium met een bijzondere kleur: zacht citroengeel. De bloemetjes hebben lange witte meeldraden wat de bloembol een zacht pluizige indruk geeft.
Spectaculair helderblauw sieruitje. Blijft laag en vormt dichte pollen smal blad. De bloemen hangen er losjes boven.
Bekende snijbloem die ook in de tuin prachtig is. Bloeit in de zomer met warmoranje bloemen. De eerste winter afdekken. Voor een warme plek.
Voorjaarsbloeiende Anemoon. Dubbele bloemen met bijna helemaal groene buitenste bloemblaadjes. Voor een niet te droge plek, liefst uit de felle zon. Ideaal onder heesters.
Makkelijk groeiend Anemoontje met bleekblauwe bloemen. Wordt iets hoger dan de meeste andere bosanemonen. Bloeit zeer rijk, vooral op niet te droge, iets beschaduwde plekken.
Helderblauwe bloemen met opvallende gele meeldraden. De bloemen zijn iets kleiner maar vallen goed op boven het donkergroene blad. Niet te droge standplaats uit de volle zon.
Dubbele vorm van de witte bosanemoon. Steriel, zaait zich dus niet uit maar breidt zich wel langzaam uit met wortelstokjes. Bloeit langer dan andere bosanemonen.
Leuke voorjaarsbloeier, kruising tussen A. rivularis en A. ranunculoïdes. Verdwijnt na de bloei onder de grond.
Kleine wit/gele kelkbloemen met een geel ‘afdakje’. Geurt. Makkelijke soort voor halfschaduw en rijke, vruchtbare grond.