Wijd vertakte stelen met aan het eind een trosje donkerblauwe bloemen. Niet zo’n dichte tros bloemen als de veredelde variëteiten maar een prachtige bescheiden plant uit Kyrgyzstan, groeit daar op licht beschaduwde hellingen.
Schitterende Ridderspoor met gele (!) bloemen. Moeilijk te kweken en waarschijnlijk niet winterhard maar ik probeer het toch maar, ze zijn zo mooi. Groeit in Centraal Azië op warme droge hellingen in de volle zon.
Karthuizer Anjer. Komt hier en daar nog in het wild voor. Kleine pollen grasachtig blad en kleine, felgekleurde bloemen. Niet erg standvastig maar leuk in een losse beplanting of bloemenweide.
Prachtige anjer met prachtig diep ingesneden witte kroonblaadjes die de bloemen een bijna pluizig aanzicht geven. Groeit op open plekken op goed doorlatende grondsoorten.
Gebroken hartje met een hele lange bloeitijd, soms tot september! Knalroze bloemen. Houdt niet van volle zon.
Wit bloeiend Gebroken hartje waarvan het diep ingesneden, varenachtige grijsgroene blad mooi contrasteert met de ivoorwitte bloemen. Voor een koele plek.
Betrouwbare Dicentra met grijsgroen, diep ingesneden blad. Bloeit lang en rijk met donkerrose hartvormige bloemen, vooral op wat koelere standplaatsen. Groeit op niet te droge, beschaduwde plekken, heel geschikt om donkere plekken mee op te fleuren.
Puur witte, hartvormige bloemen staan in kleine groepjes aan de stelen. Na de bloei sterft het blad af en verdwijnt de plant ondergronds. Groeit op niet te droge standplaatsen uit de volle zon.
Langzame groeier met zachtrose bloemen in grote losse aren. De wortels van deze plant zijn wit, vandaar de soortnaam albus. De nederlands naam Vuurwerkplant dankt de plant aan de etherische olie de hij afscheidt. Bij warm windstil weer verdampt de olie en ontbrandt dan makkelijk. De plant heeft er verder geen last van.
De witbloeiende Vuurwerkplant. Voor een warme, kalkrijke plek met veel ruimte, ze kunnen slecht tegen concurrentie. De plant scheidt een olie af die bij warm windstil weer makkelijk brandt, vandaar de Nederlandse naam.
Opgekweekt uit zaad uit Kyrgyzstan. Waarschijnlijk een synoniem van Dictamnus albus, zie aldaar.
Tweejarige: het eerste jaar worden rozetten gevormd, het volgende jaar bloeit de plant met grote verticale aren met bruin-gele bloemen. Sterft meestal af na de eerste bloei maar soms houden ze het een paar jaar langer vol.
Wollig Vingerhoedskruid. Tweejarige met okergele bloemen met een bijna witte onderlip. Groeit op open plekken waar het zaad kan kiemen, ook in droge, schrale plekken.
Geel Vingerhoedskruid. Tweejarige met zachtgele bloemen in kleine aren. Groeit op droge, stenige plekken in de zon.
Een Vingerhoedskruid uit Spanje, een halfheester die een warme, beschutte plek wil met zeer droge grond. De bloei is prachtig, een soort paarsbruin met oranje.
Vingerhoedskruid met een bijzondere kleur: een soort oranjebruin. Parviflora betekent ‘kleine bloemen’, gelukkig zitten er heel veel van die kleine bloemen aan een steel! Sterft meestal af na de bloei maar zaait zich licht uit.