Grootbloemige sierui met dikke stelen en goed gevulde donkerpaarse bloeiwijzes. Bloeit vroeg, al in mei en doet het ook goed op de vaas. Vraagt een goed doorlatende bodem.
Donkerpaars gekleurde sierui. Niet de grootste bloemen maar wel heel betrouwbaar, komt ieder jaar terug. Voor een droge plek in kalkrijke grond.
Donkerpaarse bloemen met opvallende witte meeldraden. De bloemen zijn eivormig en staan aan stelen die eerst wat kronkelig zijn en later recht worden. Groeit makkelijk, geschikt voor verwildering.
Lage Arum-achtige planten met pijlvormig groen blad en bijzonder gevormde paars-witte bloeiwijzes. De engelse naam Mouse Plant is treffend, aan het uiteinde van iedere bloem steekt een dunne draad als een muizenstaart omhoog. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Wintergroene bladplant met donkergroen, bijna rond blad en goed verstopte vleeskleurige bloemen. Groeit op de donkerste plekken, als de grond maar niet uitdroogt. Breidt zich langzaam uit tot dichte matten.
Loopt in het voorjaar uit met prachtig gevlekt blad, daarna volgen tere bloemsteeltjes met paarse, iets hangende bloemen. Voor een niet te droge plek in de schaduw waar ze makkelijk zullen verwilderen.
Inheems. Veel lossere groei en bloei dan de bekende kamerhyacinten. Doet het goed in verwilderingsweides en onder bomen.
Nauw verwant aan Allium, de belangrijkste verschillen zijn het aantal zaden in de vrucht en het aantal nerven in de bloem… De bloemen staan in bolvormige pluimen, ze gaan hangen bij het opengaan. Ze hebben een voorkeur voor lemige grond.