Leuke voorjaarsbloeier, kruising tussen A. rivularis en A. ranunculoïdes. Verdwijnt na de bloei onder de grond.
Synoniem: Corydalis bulbosa. Holwortel. Inheemse (stinsen)plant die zich makkelijk uitzaait op zonnige of licht beschaduwde plekken, liefst met enigszins kalkhoudende bodem. De bloemkleur varieert tussen paars en wit. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Loopt in het voorjaar uit met grijsgroen, varenachtig blad en bloeit zeer rijk met zachtgele bloemen met een bruine tekening. Kort levend maar zaait zich goed uit. Een bijzondere Corydalis!
Blauwgroen blad en donker paarsrose, buisvormige bloemen die in grote trossen bijeen zitten. Makkelijk groeiend, mooie bodembedekker onder heesters o.i.d. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Donkergroen blad met zeer afwisselende zilverwitte tekening. De bloeikleur varïeert tussen wit en donkerroze. Voor een kalkrijke plek in halfschaduw.
Elliptisch gevormd blad met opvallende nerven. Bloeit met hangende zachtgele bloemen waarvan de knoppen bij het uitlopen van het blad al zichtbaar zijn. Na de bloei zwarte bessen. Langzame groeiende, betrouwbare plant voor iedere bostuin.
Mooi gevlekt blad, daarboven zachtgele tere bloemetjes aan dunne steeltjes. Ze verwilderen makkelijk onder heesters en op andere beschaduwde plekken. Plant ze diep zodat ze niet uitdrogen.
Iets breder blad dan de witte vorm, met dezelfde tekening. Aan iedere steel komt één (hangende) bloem. Ze vragen een beetje zon in het voorjaar om te kunnen bloeien en rijke vochtige grond.
Loopt in het voorjaar uit met prachtig gevlekt blad, daarna volgen tere bloemsteeltjes met paarse, iets hangende bloemen. Voor een niet te droge plek in de schaduw waar ze makkelijk zullen verwilderen.
Inheems. Veel lossere groei en bloei dan de bekende kamerhyacinten. Doet het goed in verwilderingsweides en onder bomen.
Laag blijvende Narcis met geel-witte bloemen. Meerdere bloemen per steel.
Langzaam groeiende bosplant voor humusrijke grond. Het drietallige blad is gevlekt. Groeit langzaam maar kan zich uitzaaien, helaas bloeien zaailingen pas na een aantal jaren. Geduld!
Klein tulpje voor verwildering. De bloem is warmgeel met rood.
Minitulpje met paarse bloemen met een geel hart.
Stinzeplant, verwilderd in Friesland, het Utrechts rivierengebied en de duinen aan de Noordzeekust. De bloemknoppen zijn donkergeel met iets oranje erin en staan mooi van de stelen af. Als de knoppen opengaan worden knalgele stervormige bloemen zichtbaar. Geen bosplant, groeit in grasland op voedselrijke, vrij vochtige grond in de volle zon.
Wat harder geel gekleurd dan de vaker aangeboden Uvalaria gr. ‘Pallida’. Hangende klokvormige bloemen, iets verscholen tussen het blad. Breidt zich langzaam uit met ondergrondse wortelstokken. Makkelijke, probleemloze plant die rustig zijn eigen gang gaat.