Makkelijk verwilderend soort met smal dik blad en witte hangende bloemetjes. Stinsenplant.
Verwilderingsbolletje, kan zich snel uitbreiden! Bloeit met kleine witte bloemetjes met een kenmerkende donkere streep over ieder blaadje. Geschikt voor vochtige grond.
Lelietje der dalen. Kan in de schaduw snel een groot oppervlak bedekken. Vriendelijke witte bloemetjes boven donkergroen, groot blad.
Lelietje der dalen, maar dan bontbladig, een deel van de parallelle nerven is crème gekleurd. De planten lijken daardoor soms wel wat op een Hosta. De bloei is heel anders; het zijn kleine, hangende klokjes die in trosjes aan korte steeltjes hagen. Groeit niet zo snel als de soort, houdt van humusrijke grond.
Lelietje der dalen. De bloemen hebben een vreemde vergroeïng waardoor ze dubbel lijken maar dat zijn ze niet. Rijk bloeiend met vertakkende bloeistelen.
Donkergroen, geribbeld blad en dikke stelen. Grootbloemige Disporum met cremewitte bloemen, na de bloei rode bessen.
Spierwitte Narcis met een iets gerafelde, cremewitte kroon. Wordt gedurende de bloei steeds witter.
Echt witte Narcis met vertakkende bloei. Een oude variëteit maar nog altijd populair.
Stinsenplant met wit-groene bloemen die in trossen hangen. Dit onderscheidt hem van Gewone Vogelmelk, die staande bloemen heeft. Houdt van vochtige, kalkhoudende grond.