Nieuwe Allium die alle andere grootbloemige Alliums (letterlijk) in de schaduw zet. Enorme helderpaarse bolvormige bloemen op meer dan een meter lange stelen! Zoals alle grootbloemige Alliums horen ze op goed doorlatende grond.
Grootbloemige sierui met dikke stelen en goed gevulde donkerpaarse bloeiwijzes. Bloeit vroeg, al in mei en doet het ook goed op de vaas. Vraagt een goed doorlatende bodem.
Lijkt met z’n korte stelen en grote bloemen wel wat op Allium karataviense, een van z’n voorouders. De kleur is roder dan de meeste Alliums en komt van de andere ouder Allium atropurpureum, een soort wijnrood.
Donkerpaars gekleurde sierui. Niet de grootste bloemen maar wel heel betrouwbaar, komt ieder jaar terug. Voor een droge plek in kalkrijke grond.
Mooie sierui, bloeit in de zomer met lichte blauwpaarse bloemen.
Donkerpaarse bloemen met opvallende witte meeldraden. De bloemen zijn eivormig en staan aan stelen die eerst wat kronkelig zijn en later recht worden. Groeit makkelijk, geschikt voor verwildering.
Bijzondere kleur voor een Allium. Donker paarsrode stervormige bloemetjes staan in kleine halfronde bollen. Plant ze in goed doorlatende grond.
Bijzondere bloemvorm: doordat de bloemetjes aan lange steeltjes zitten gaan ze iets hangen, het geheel lijkt op een net ontplofte vuurpijl.
Vrij losse bloeiwijze die ook niet helemaal rond is. De stelen varieren in lengte, de bloemen staan niet allemaal op dezelfde hoogte.
Prachtige palmachtige planten met diep ingesneden blad aan lange dunne stelen. De kelkbloemen zijn purper met lichte groenwitte strepen. Na de bloei worden knalrode besvruchten gevormd. Het kan een paar jaar duren voor zaailingen gaan bloeien, eerst wordt een knolvormige wortelstok gevormd. Plant ze op een niet te donkere humusrijke plek.
Lage Arum-achtige planten met pijlvormig groen blad en bijzonder gevormde paars-witte bloeiwijzes. De engelse naam Mouse Plant is treffend, aan het uiteinde van iedere bloem steekt een dunne draad als een muizenstaart omhoog. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Synoniem: Corydalis bulbosa. Holwortel. Inheemse (stinsen)plant die zich makkelijk uitzaait op zonnige of licht beschaduwde plekken, liefst met enigszins kalkhoudende bodem. De bloemkleur varieert tussen paars en wit. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Blauwgroen blad en donker paarsrose, buisvormige bloemen die in grote trossen bijeen zitten. Makkelijk groeiend, mooie bodembedekker onder heesters o.i.d. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Weer helemaal terug in de mode. Bloeit met een prachtige warme kleur laat in de zomer. Winterhard in goed afwaterende grond. Regelmatig delen in het voorjaar bevordert de bloei.
Donkergroen blad met zeer afwisselende zilverwitte tekening. De bloeikleur varïeert tussen wit en donkerroze. Voor een kalkrijke plek in halfschaduw.