Variëteit van het inheemse Trilgras. Luchtig, goed bloeiend in het late voorjaar. Wintergroen en een goede snijbloem! Houdt van drogere standplaatsen.
Zeer sterke planten met geelbont blad dat in de winter aan de plant blijft. Goede bodembedekker voor (half)schaduw waar het lichte blad een beetje kleur geeft.
Ruwe Smele. Grasje met ruw aanvoeldend blad en bloeipluimen die tijdens de bloei openvouwen tot ijle, fijn vertakte bloeiwijzes. Geschikt voor niet te droge grondsoorten.
Ruwe Smele. Hele ijle planten met smal blad en dunne bloeihalmen in een goudbruine kleur. Mooi als vuller tussen andere planten. Vraagt een vrij vochtige standplaats.
Vrij smalle pollen blad met daar hoog boven losse bloeipluimen op dunne stelen.
Klein grasje met opvallende donkere bloei aan iets overhangende aren. Zaait zich op onze rijke leemgrond uit. Oorspronkelijk niet inheems maar komt op steeds meer plekken verwilderd voor.
Wintergroen grasje met frisgroen blad en lange smalle grijswitte bloeiaartjes. Houdt van kalk maar is niet kieskeurig. Goede gatenvuller.
Laagblijvend grasje met opvallende donkere bloeiwijzes en groen blad dat in het najaar blauw verkleurt. Houdt niet van natte grond maar verder probleemloos. Goede bodembedekker.