Lagere Andropogon met sprekende paarse bloeiwijzes en rood-blauw blad dat in de herfst oranje verkleurt. Voor niet te zware grondsoorten, verdraagt goed droogte. Op te rijke grond vallen ze uit elkaar.
Baardgras met harige meeldraden Gelige stelen en een spectaculaire goudgele herfstkleur. Dit is een zogn. ‘warm season’ gras, dat begint te groeien bij temperaturen boven 15 graden. Voor een warme, afwaterende plek.
Ouderwets grasje dat vroeger veel in droogboeketten gebruikt werd. Opvallend bloei: platte aren in een paars-groene kleur. In het najaar een mooie geel-oranje herfstkleur.
Kleine vorm van Chasmantium latifolium met knikkende, platte bloeiaren die mooi verkleuren als de zaden rijpen. Het blad verkleurt in het najaar.
Lagere variëteit. Rijke bloei met lichtbruine pluimen.
Grote, rechtopgaand groeiende Miscanthus met iets overhangende bloeiwijze. Groot en sierlijk.
In zachte winters wintergroen. Bloeit met koperkleurige bloeiwijzen die zilverkleurig afrijpen.
Laagblijvende Molinia, tot 80 cm, met mooie donkere aren. Hangt niet uit, blijft netjes rechtop staan.
Statige, groene variëteit. In het najaar verkleurt de plant okergeel met bruin.
Kleinere vorm van het inheemse pijpenstrootje. Groeit op vochtige, niet te rijke grond.
Nette groeiwijze met lange, smal blad en donkere aren. Hangt iets over.
Mooie middelhoge Molinia met rechtstaande bloeistelen en laag, overhangend blad. De bloei heeft inderdaad wel iets weg van fakkels, geelbruin en hoog boven het blad.
Groene Panicum waarvan het blad niet grijs of rood verkleurt zoals bij veel andere Panicums. Goede snijbloem. Houdt van iedere niet te droge standplaats in de zon.
Hier de grootste Panicum met breed grijs blad dat na verloop van tijd in sierlijke knikken gaat hangen. De bloei is purper maar klein, een echte structuurplant.
Lage Panicum die in het najaar mooi rood verkleurt. Door de geringe hoogte en de ijle bloei goed toe te passen in kleinere borders.