Variëteit van het inheemse Trilgras. Luchtig, goed bloeiend in het late voorjaar. Wintergroen en een goede snijbloem! Houdt van drogere standplaatsen.
Lijkt op C. pensylvanica maar is iets grover. Mooi rechtop groeiend. Houdt van vochtige plekken, kan ook droger maar liever niet in de volle zon. Zeer geschikt als onderbeplanting onder heesters of als gatenvuller in een border.
Makkelijke planten met smal, overhangend blad. Groeit in drogere grondsoorten. Liefst in de schaduw van andere (grotere) planten. Laag blijvend, sierlijk en makkelijk!
Ruwe Smele. Grasje met ruw aanvoeldend blad en bloeipluimen die tijdens de bloei openvouwen tot ijle, fijn vertakte bloeiwijzes. Geschikt voor niet te droge grondsoorten.
Ruwe Smele. Hele ijle planten met smal blad en dunne bloeihalmen in een goudbruine kleur. Mooi als vuller tussen andere planten. Vraagt een vrij vochtige standplaats.
Vrij smalle pollen blad met daar hoog boven losse bloeipluimen op dunne stelen.
Mooie ijle groeiwijze en toch een opvallende bloei: geelgroene bloeiwijzes aan dunne stelen, verkleurt na de bloei naar bruin. Het blad is dun en fijn. Groeit op lichte grondsoorten in de volle zon.
Opgaand grijsbladig gras met iets overhangende grijsblonde aren.
Klein grasje met smalle, dicht gevulde bloeiaren die bleekwit gekleurd zijn. Mooi rechtop groeiend blauwgroen gekleurd blad. Houdt van warmte en droogte.
Geelbladig grasje voor in de schaduw! Prachtig uitlopend blad, stengels en bloei in dezelfde gele kleur als het blad. Na de bloei wordt het blad groener. Voor vrij droge tot vochtige, niet te rijke grond.
Langbloeiend gras met sierlijk overhangende rose aren. Voor een goed doorlatende bodem in de volle zon.
Mooi gras met scherp gepunt grijs blad en een vroege bloei. Wintergroen. Bloeit vroeg (April, Mei) met vuilwitte pluimpjes.
Rijkbloeiend met lange, strakke stelen en opvallende gele meeldraden. Het blad is grijsblauw, in de herfst oranje verkleurend. Een mooie prairieplant voor goede grondsoorten.