Grote, hoge grassen met lange bloeihalmen en ijle bleekgele bloeiwijzen in losse pluimen. Het slap hangende blad blijft laag en vormt een grote pol. Variabel in hoogte. Gevonden in Kirgizië in rijke, droge grond.
Variëteit van het inheemse Trilgras. Luchtig, goed bloeiend in het late voorjaar. Wintergroen en een goede snijbloem! Houdt van drogere standplaatsen.
Vroeg bloeiend gras dat ook na de bloei een mooi verticaal accent vormt. Nette pollen, die al vroeg in het seizoen op hoogte zijn.
Ouderwets grasje dat vroeger veel in droogboeketten gebruikt werd. Opvallend bloei: platte aren in een paars-groene kleur. In het najaar een mooie geel-oranje herfstkleur.
Ruwe Smele. Grasje met ruw aanvoeldend blad en bloeipluimen die tijdens de bloei openvouwen tot ijle, fijn vertakte bloeiwijzes. Geschikt voor niet te droge grondsoorten.
Ruwe Smele. Mooie fijne planten met ijle bloeiwijzes hoog boven het (ruwe) blad. Deze variëteit blijft iets kleiner dan andere Deschampsia’s. Voor iedere vochthoudende grondsoort.
Vrij smalle pollen blad met daar hoog boven losse bloeipluimen op dunne stelen.
Laag grasje met goudgele bloeihalmen die mooi rechtop blijven staan. Groeit graag op vochthoudende grond, liefst zonder kalk.
Laagblijvende Molinia, tot 80 cm, met mooie donkere aren. Hangt niet uit, blijft netjes rechtop staan.
Statige, groene variëteit. In het najaar verkleurt de plant okergeel met bruin.
Nette groeiwijze met lange, smal blad en donkere aren. Hangt iets over.
Transparant klein grasje met mooie ijle pluimpjes.