Variëteit van het inheemse Trilgras. Luchtig, goed bloeiend in het late voorjaar. Wintergroen en een goede snijbloem! Houdt van drogere standplaatsen.
Lijkt op C. pensylvanica maar is iets grover. Mooi rechtop groeiend. Houdt van vochtige plekken, kan ook droger maar liever niet in de volle zon. Zeer geschikt als onderbeplanting onder heesters of als gatenvuller in een border.
Wintergroen. Groen-geel bont blad.
Zeer sterke planten met geelbont blad dat in de winter aan de plant blijft. Goede bodembedekker voor (half)schaduw waar het lichte blad een beetje kleur geeft.
Sterk gras met overhangend heldergroen blad en vroege bloei. Groeit graag in zon of halfschaduw.
Makkelijke planten met smal, overhangend blad. Groeit in drogere grondsoorten. Liefst in de schaduw van andere (grotere) planten. Laag blijvend, sierlijk en makkelijk!
Grote bossen overhangend, fijn blad. In het voorjaar is het blad olijfgroen met oranje punten, in het najaar verkleurt het spectaculair naar fel oranje. Voor vochtige, goed doorlatende grond, liefst uit de volle brandende zon.
Klein grasje met opvallende donkere bloei aan iets overhangende aren. Zaait zich op onze rijke leemgrond uit. Oorspronkelijk niet inheems maar komt op steeds meer plekken verwilderd voor.
Rood verkleurdend gras uit Noord Amerika met een goede stevige habitus en een mooi wintersilhouet. De rode verkleuring begint in juni en wordt in de loop van het seizoen steeds donkerder.
Langbloeiend gras met sierlijk overhangende rose aren. Voor een goed doorlatende bodem in de volle zon.
Laagblijvend grasje met opvallende donkere bloeiwijzes en groen blad dat in het najaar blauw verkleurt. Houdt niet van natte grond maar verder probleemloos. Goede bodembedekker.
Rijkbloeiend met lange, strakke stelen en opvallende gele meeldraden. Het blad is grijsblauw, in de herfst oranje verkleurend. Een mooie prairieplant voor goede grondsoorten.
Nette pollen, goed opgaand groeiend gras met grijs blad en opvallend geelbruin gekleurde bloeipluimen, een mooi contrast! Niet kieskeurig maar bloeit beter op een droge, warme plek.
Grote massieve pollen met fijn, slaphangend blad, daarboven lange dunne stelen met afhangende haverachtige bloeiwijzes. Bloeit vrij vroeg voor zo’n hoog gras. De standplaats moet absoluut droog zijn in de winter, nattigheid overleven ze niet.