Nette pollen grijsblauw blad. Goed bestand tegen droogte.
Kleinere vorm van het inheemse pijpenstrootje. Groeit op vochtige, niet te rijke grond.
Wintergroen grasje met frisgroen blad en lange smalle grijswitte bloeiaartjes. Houdt van kalk maar is niet kieskeurig. Goede gatenvuller.
Makkelijk groeiend grasje, breidt zich sneller uit dan de meeste grassen en is daarom een goede vakkenvuller. Bloeit vanaf de vroege zomer met geelgroene pluimpjes.
Laagblijvend grasje met opvallende donkere bloeiwijzes en groen blad dat in het najaar blauw verkleurt. Houdt niet van natte grond maar verder probleemloos. Goede bodembedekker.