Geel bloeiende zaailingen van Aconitum lycoctonum ssp moldavicum. De naamgeving van deze soort is nogal verwarrend, de plant wordt ook verkocht als Ac. vulparia, Ac. pyrenaicum en zelfs als Ac. septentrionale hoewel deze laatste blauw zou moeten bloeien. Hoe dan ook: dit is een mooie zachtgeel bloeiende plant die graag op zware, niet te droge grond staat. Houdt niet van de volle middagzon. Maakt grote pollen blad maar bloeit met lange, relatief bescheiden aren. Mooi!
Deze ondersoort uit Moldavië bloeit met tweekleurige bloemen: de hoed van de bloem is bleeklila, alleen de buitenste rand van iedere bloem is zachtgeel. Wordt ongeveer 140 cm hoog en groeit op vochthoudende grond, liefst uit de volle zon.
Synoniem: Aconitum lycoctonum ssp vulparia. Zachtgeel bloeiende Monnikskap met donkere stelen en donkergroen blad. Groeit het liefst in halfschaduw op humusrijke grond maar in onze leemgrond doen ze het ook in de zon prima.
Mooie structuur met afgebroken geveerd blad, oftewel: kleine en grote, ingesneden blaadjes. Groeit mooi rechtop met een lange bloeiaar, de aar opent van beneden naar boven! Groeit op drogere kalkhoudendende grondsoorten, in de zon of halfschaduw.
Vrouwenmantel. Klassiek in combinatie met blauwe geraniums. Dauw en regen parelen op het blad. Goede snijbloem en ook zeer geschikt voor in de schaduw!
Prachtige zachtgele akelei uit het oostelijk deel van de Balkan waar hij groeit op goed afwaterende plekken, liefst een beetje uit de volle zon.
Tweejarige: het eerste jaar worden rozetten gevormd, het volgende jaar bloeit de plant met grote verticale aren met bruin-gele bloemen. Sterft meestal af na de eerste bloei maar soms houden ze het een paar jaar langer vol.
Wollig Vingerhoedskruid. Tweejarige met okergele bloemen met een bijna witte onderlip. Groeit op open plekken waar het zaad kan kiemen, ook in droge, schrale plekken.
Geel Vingerhoedskruid. Tweejarige met zachtgele bloemen in kleine aren. Groeit op droge, stenige plekken in de zon.
Een Vingerhoedskruid uit Spanje, een halfheester die een warme, beschutte plek wil met zeer droge grond. De bloei is prachtig, een soort paarsbruin met oranje.
Vingerhoedskruid met een bijzondere kleur: een soort oranjebruin. Parviflora betekent ‘kleine bloemen’, gelukkig zitten er heel veel van die kleine bloemen aan een steel! Sterft meestal af na de bloei maar zaait zich licht uit.
Gele Echinacea met iets afhangende bloemblaadjes. Elegante, sterke planten die op drogere grond groeit dan E. purpurea.
Compacte, langbloeiende planten met grote, abrikooskleurige bloemen. Bloeit vanaf het voorjaar tot ver in de zomer. Ideaal voor vochthoudende grond uit de volle zon, nooit laten uitdrogen!
Rijkbloeiende Geum die bloeit tussen begin mei en eind juni met knalgele rechtopstaande bloemen boven een dichte pol mooi blad.
Leuke, vrolijke planten met citroengele bloemen. Voor goed doorlatende maar wel vochtige grond.
Bijzondere Nepeta: houdt niet van droge volle zon. Dus iets in de schaduw planten. De kleine bloemen zijn zachtgeel en staan in losse aren. Ruikt licht naar citroen! Opgaande, losse groeiwijze.