Geel bloeiende zaailingen van Aconitum lycoctonum ssp moldavicum. De naamgeving van deze soort is nogal verwarrend, de plant wordt ook verkocht als Ac. vulparia, Ac. pyrenaicum en zelfs als Ac. septentrionale hoewel deze laatste blauw zou moeten bloeien. Hoe dan ook: dit is een mooie zachtgeel bloeiende plant die graag op zware, niet te droge grond staat. Houdt niet van de volle middagzon. Maakt grote pollen blad maar bloeit met lange, relatief bescheiden aren. Mooi!
Deze ondersoort uit Moldavië bloeit met tweekleurige bloemen: de hoed van de bloem is bleeklila, alleen de buitenste rand van iedere bloem is zachtgeel. Wordt ongeveer 140 cm hoog en groeit op vochthoudende grond, liefst uit de volle zon.
Synoniem: Aconitum lycoctonum ssp vulparia. Zachtgeel bloeiende Monnikskap met donkere stelen en donkergroen blad. Groeit het liefst in halfschaduw op humusrijke grond maar in onze leemgrond doen ze het ook in de zon prima.
Sierlijke Cephalaria die iets kleiner blijft dan de bekendere Cephalaria gigantea. IJle planten; lange stelen die iets vertakken en kleine, zachtgele bloemen dragen.
Luchtige bossen heel fijn gesneden donker blad met die typische venkelgeur. De bloei is prachtig: open schermen met kleine gele bloemen. Zaait zich uit, bewaar alleen de donkere zaailingen.
Ik hield niet van Ligularia’s tot ik deze zag op de steppes van Kyrgyzstan. Grote gele aren die op de vochtige plekken in steppevegetaties groeien zonder opzichtig te zijn. Het blad is groot en grijzig groen. Hopelijk kiemt het zaad…
Grote gele aren boven diep ingesneden purpergroen gekleurd blad. Mooie structuurplanten voor een plek die nooit uitdroogt.
Prachtige plant met een wonderschoon silhouet; vertakkende donkerrode stelen met grote open schermen waarvan de bloemen geel openen en later groener verkleuren. De zaden zijn bruin gekleurd en blijven lang aan de plant waardoor het silhouet ook in november, december nog mooi is. TWeejarig, verdwijnt na de bloei maar zaait zich uit.
Bijzondere bloemkleur; doordat gekleurde kroonblaadjes ontbreken blijft alleen de smalle hoge zwarte kegel over. Zwarte bloei dus!
Goed vertakkend maar toch stevig. Grote bloemen in een prettige warmgele kleur met een donkere, opstaande hartkegel.
Stevige planten met voor een Thalictrum opvallend groen blad, geen spoortje van het grijsgroene dat ze normaal hebben. De pluizige bloemen hebben een prettige zachtgele kleur en geuren heerlijk. Uitstekende bijenplant.
Gevonden in Kirgizië. Grote planten, de naam minus slaat op de grootte van de bloemen. Vormt een grote pol grijsgroen blad, bloeit met veel kleine, geelgroene bloemen die in grote pluimen hoog boven het blad staan. Houdt van zwaardere grondsoorten, niet van droge, zonnige standplaatsen.
Stevige, opgaande stelen met mooi grijsgroen blad en grote, zachtgele bloemtrossen. Betere soort dan de veel aangeboden Th. flavum.