Schitterende anemoonachtige plantjes met teer uitziende, zachtrose gevulde bloemetjes. Groet een beetje zoals bosanemonen maar is veel subtieler. Ze sterven af na de bloei, en komen een volgend jaar weer terug. Groeit op iets kalkhoudende, goed doorlatende bosgrond, liefst uit de volle zon.
Bekende lage Astilbe met zachtrose bloei en een nette, bodembedekkende groeiwijze. Doen het prima op onze leemgrond maar laat ze niet uitdrogen, dus op droge grondsoorten niet in de volle zon planten.
Lage Astilbe die er door zijn vrij open bloeiwijzes wat natuurlijker uitziet dan andere Astilbes. Groeit het liefst in niet te droge grond, uit de volle zon.
Bescheiden gatenvullertje met kleine lilarose korenbloemetjes. Het grijsgroene blad is ronder dan dat van de grotere korenbloemen en (bijna) wintergroen. Maakt een mooie dichte zode maar groeit niet snel.
Paars bloeiende Korenbloem met grote bloemen met een wit hart. Groeit op iedere kalkrijke, goed afwaterende grond.
Bloeit met bleeklila bloemen in schermen, wordt vaak gezien als een roze vorm van Fluitekruid maar de bloemschermen zijn wat dichter. Ook het blad is iets grover, en het geurt naar appel. Groeit op doorlatende grond in zon of halfschaduw.
Planten met groot rond blad dat pas na de bloei verschijnt. Bloeit met rosewitte, bolvormige bloeiwijzen aan kale stelen. Zeer geschikt als oeverbeplanting; vraagt vochtige grond.
Kleinere vorm van Darmera peltata, groeit veel trager dan de soort waardoor hij kleiner blijft. Bloeit met kleine, bolvormige schermen voordat het blad aan de plant komt. Het blad is groot en rond. Voor vochtige grond.
Gebroken hartje met een hele lange bloeitijd, soms tot september! Knalroze bloemen. Houdt niet van volle zon.
Betrouwbare Dicentra met grijsgroen, diep ingesneden blad. Bloeit lang en rijk met donkerrose hartvormige bloemen, vooral op wat koelere standplaatsen. Groeit op niet te droge, beschaduwde plekken, heel geschikt om donkere plekken mee op te fleuren.
Langzame groeier met zachtrose bloemen in grote losse aren. De wortels van deze plant zijn wit, vandaar de soortnaam albus. De nederlands naam Vuurwerkplant dankt de plant aan de etherische olie de hij afscheidt. Bij warm windstil weer verdampt de olie en ontbrandt dan makkelijk. De plant heeft er verder geen last van.
Bloeit iets vroeger dan andere Echinacea’s met bleekpaarse, afhangende bloemblaadjes. Vormt na enige tijd een lange penwortel die maakt dat de plant goed droogte verdraagt, kan niet tegen natte voeten. Voor een drogere plek dan E. purpurea.
Bloeit iets vroeger dan andere Echinacea’s met bleekpaarse, afhangende bloemblaadjes. Vormt na enige tijd een lange penwortel die maakt dat de plant goed droogte verdraagt, kan niet tegen natte voeten. Voor een drogere plek dan E. purpurea.
Heeft wel wat weg van een Astilbe. Luchtige, losse bloempluimen met kleine wollige, felroze gekleurde bloemetjes. Het blad is diep ingesneden, een beetje varen-achtig. Voor een niet te droge plek. Graag ietsje schaduw.