Bloeit met bleeklila bloemen in schermen, wordt vaak gezien als een roze vorm van Fluitekruid maar de bloemschermen zijn wat dichter. Ook het blad is iets grover, en het geurt naar appel. Groeit op doorlatende grond in zon of halfschaduw.
Compact groeiende Euphorbia met vrij smal, lichtgrijsgroen blad met een iets paarse zweem.
Verbetering van E. ‘Fireglow’, deze woekert minder. Gele bloemen met zeer grote feloranje schutbladeren en rode stelen. Bloeit in het late voorjaar en dan zijn er niet veel bloemen in deze kleur!
Stinkend Nieskruid. Dikke, lichtgroene stelen met diep ingesneden blad en lichtgroene blomene. Houdt van kalk en lichte schaduw. Inheems in Nederland, er zijn nog op twee kleine populaties in Zuid Limburg maar komt in de Belgische Ardennen vrij algemeen voor.
Mooie vorm van Stinkend Nieskruid met rode stelen en iets donkerder blad. Houdt van een kalkrijke plek uit de volle zon.
Polvormende dovennetel die dus niet woekert! Bloeit met donkerrose lipbloemen en brengt zo een beetje kleur in donkere plekken. Kan zich licht uitzaaien.
In het wild gevonden variëteit met een silverkleurige vlek op het jonge blad. Zaait zich veel minder uit dan de soort. Houdt van goede grondsoorten die niet uitdrogen.
Viltig blad, purper bij het uitlopen maar later in het seizoen groen. Bloeit met zachtgele bloemetjes boven het dan nog purpergekleurde blad. Groeit vrijwel overal: in droge schaduw maar ook in volle zon, maar dan niet te droog.
Lijkt op de inheemse Smeerwortel maar komt oorspronkelijk uit de Kaukasus. Een plant om snel grote vlakke mee te bedekken, vooral als de standplaats niet te droog is groeit hij makkelijk uit tot een grote pol. De bloei is eerst wit met blauw, later meer roze.
Onverwoestbare schaduwplant met groot, ruwharig blad en leuke omgekrulde bloemetjes. Het meeste blad verschijnt pas na de bloei. Vormt ondergrondse uitlopers, ook in droge schaduw!