Langzaam groeiende lelie-achtige met losse witte bloemen en een luchtige structuur. Onverwoestbaar maar traag! Voor doorlatende grond.
Bescheiden gatenvullertje met kleine lilarose korenbloemetjes. Het grijsgroene blad is ronder dan dat van de grotere korenbloemen en (bijna) wintergroen. Maakt een mooie dichte zode maar groeit niet snel.
Wilde Cichorei. Prachtig blauw bloeiende planten met een ijl silhouet. Houdt van arme, droge grondsoorten met wat kalk, groeit veel in wegbermen.
Wijd vertakte stelen met aan het eind een trosje donkerblauwe bloemen. Niet zo’n dichte tros bloemen als de veredelde variëteiten maar een prachtige bescheiden plant uit Kyrgyzstan, groeit daar op licht beschaduwde hellingen.
Langzame groeier met zachtrose bloemen in grote losse aren. De wortels van deze plant zijn wit, vandaar de soortnaam albus. De nederlands naam Vuurwerkplant dankt de plant aan de etherische olie de hij afscheidt. Bij warm windstil weer verdampt de olie en ontbrandt dan makkelijk. De plant heeft er verder geen last van.
De witbloeiende Vuurwerkplant. Voor een warme, kalkrijke plek met veel ruimte, ze kunnen slecht tegen concurrentie. De plant scheidt een olie af die bij warm windstil weer makkelijk brandt, vandaar de Nederlandse naam.
Opgekweekt uit zaad uit Kyrgyzstan. Waarschijnlijk een synoniem van Dictamnus albus, zie aldaar.
Een witbloeiende Euphorbia! Kleine witte bloemetjes staan aan vertakkende lange stelen. Het blad is klein en donkergroen. Extreem goed bestand tegen droogte.
Makkelijke, degelijke plant voor drogere standplaatsen. Op natte grondsoorten rotten ze weg! Witte bloemtjes uit donkerrose kelkblaadejes en wintergroen, aromatisch blad met kenmerkende rode tekening.
Prachtige bladplant met witte, iets geaderde bloemen. Bloeit alleen goed als de plant op een droge plek staat.
Maakt rozetten met groot blad, daarboven lange stelen met vertakkende bloei. Grote afstaande bloemen, blauw met een witte onderlip. Winterhard maar alleen op goed afwaterende grond! Verdraagt ook schaduw.