Bescheiden gatenvullertje met kleine lilarose korenbloemetjes. Het grijsgroene blad is ronder dan dat van de grotere korenbloemen en (bijna) wintergroen. Maakt een mooie dichte zode maar groeit niet snel.
Wit bloeiende Spoorbloem met grijsgroen smal blad. Groeit overal, als ze maar in de zon staan.
Rode Valeriaan of Spoorbloem, zo genoemd vanwege de sporen aan de achterkant van de bloemen. Makkelijk bloeiende plant die veel insecten trekt. Groeit op een warme, droge plek.
Synoniem: Epilobium dodonaei. Wilgenroosje uit de Alpen en Jura, groeit daar op stenige grond en steenhopen maar doet het hier ook in andere kalkhoudende, goed gedraineerde grond. Mooi fijn blad dat aan rozemarijn doet denken, de rose bloemen zitten in donkere kelken.
Wilde Cichorei. Prachtig blauw bloeiende planten met een ijl silhouet. Houdt van arme, droge grondsoorten met wat kalk, groeit veel in wegbermen.
Wijd vertakte stelen met aan het eind een trosje donkerblauwe bloemen. Niet zo’n dichte tros bloemen als de veredelde variëteiten maar een prachtige bescheiden plant uit Kyrgyzstan, groeit daar op licht beschaduwde hellingen.
Schitterende Ridderspoor met gele (!) bloemen. Moeilijk te kweken en waarschijnlijk niet winterhard maar ik probeer het toch maar, ze zijn zo mooi. Groeit in Centraal Azië op warme droge hellingen in de volle zon.
Karthuizer Anjer. Komt hier en daar nog in het wild voor. Kleine pollen grasachtig blad en kleine, felgekleurde bloemen. Niet erg standvastig maar leuk in een losse beplanting of bloemenweide.
Langzame groeier met zachtrose bloemen in grote losse aren. De wortels van deze plant zijn wit, vandaar de soortnaam albus. De nederlands naam Vuurwerkplant dankt de plant aan de etherische olie de hij afscheidt. Bij warm windstil weer verdampt de olie en ontbrandt dan makkelijk. De plant heeft er verder geen last van.
De witbloeiende Vuurwerkplant. Voor een warme, kalkrijke plek met veel ruimte, ze kunnen slecht tegen concurrentie. De plant scheidt een olie af die bij warm windstil weer makkelijk brandt, vandaar de Nederlandse naam.
Opgekweekt uit zaad uit Kyrgyzstan. Waarschijnlijk een synoniem van Dictamnus albus, zie aldaar.
Zeer rijk bloeiende plantjes met kleine composietbloemetjes die roze openen en daarna wit verbloeien. Verdraagt absoluut geen vocht in de winter maar bloeit zo makkeijk dat we dat maar voor lief nemen.
Stevige cultivar met dikke donkerblauwe stelen en grijsgroen blad. De bloemen zijn prachtig blauw en trekken massa’s bijen. Mooie winterstructuur! Houdt niet van natte voeten.
Zilverkleurig blad met groene tekening en donkere stelen. De buitenste bloemblaadjes (sepalen) zijn scherp gepunt en spectaculair blauw. Zeer verleidelijk maar pas op: Eryngiums houden niet van natte voeten en eisen een kalkrijke standplaats! Voor een goed afwaterende standplaats (ergens op een berg ofzo) in lichte klei of leemgrond.
Prachtige blauwe distel met zilvergroen, gestekeld blad en ijle, ver afstaande bloemen met felblauwe kelkbladeren. Houdt van warmte en droge grond.
Distelachtige voor een zonnige warme plek en een niet te zware grondsoort. Blauwgroene stelen, gepunt blad.