Geelbloeiende Lathyrus die niet klimt, polvormend. Het duurt even voor ze op gang komen maar ze leven lang en breiden zich langzaam uit.
Geelbladig grasje voor in de schaduw! Prachtig uitlopend blad, stengels en bloei in dezelfde gele kleur als het blad. Na de bloei wordt het blad groener. Voor vrij droge tot vochtige, niet te rijke grond.
Eikvaren. Wintergroene bodembedekker. Groeit bijna overal, ook op droge plekken zoals boomspiegels en muurtjes. Het nieuwe blad loopt laat uit.
Bijzondere varen met kleine pollen dik, stevig blad dat mooi donkergroen glanst. Geeft de voorkeur aan een goed afwaterende standplaats uit de zon.
Brede, wintergroene varen met fijn geveerd blad met een bruine hartnerf. Stelt weinig eisen, groeit op iedere plek uit de volle zon. Leuke bodembedekker.
Grote plant met grote, okergele straalbloemen. De bloemblaadjes zijn opgerold waardoor ze op kleine lepeltjes lijken. Groeit uit tot grote planten met lange, vertakkende bloeistelen. Bloeit de hele zomer.
Als ‘Henry Eilers’, maar korter. Past daardoor beter in de hedendaagse kleine tuin. Smalle, opgaande groeiwijze en warmgeel gekleurde bloemen die mooi combineren met grassen.
Viltig blad, purper bij het uitlopen maar later in het seizoen groen. Bloeit met zachtgele bloemetjes boven het dan nog purpergekleurde blad. Groeit vrijwel overal: in droge schaduw maar ook in volle zon, maar dan niet te droog.
Viltig blad, purper bij het uitlopen maar later in het seizoen groen. Bloeit met zachtgele bloemetjes boven het dan nog purpergekleurde blad. Groeit vrijwel overal: in droge schaduw maar ook in volle zon, maar dan niet te droog.
Een nieuwe mini Guldenroede met een compacte groeiwijze. Bloeit lang met citroengele bloemen. Steriel, bloeit daardoor extra lang.
Gevonden in Kirgizië. Grote planten, de naam minus slaat op de grootte van de bloemen. Vormt een grote pol grijsgroen blad, bloeit met veel kleine, geelgroene bloemen die in grote pluimen hoog boven het blad staan. Houdt van zwaardere grondsoorten, niet van droge, zonnige standplaatsen.