Selectie van Wim Willemsen met dikker blad dan de meeste Brunnera’, hierdoor zou hij meer zon kunnen verdragen. Het blad is bijna helemaal zilver gekleurd, met groene nerven en een smalle groene buitenrand.
Makkelijk groeiende bodembedekker die nooit te groot wordt. Bloeit in het voorjaar met kleine, vergeetmijniet-achtige bloemetjes, daarna begint het blad te groeien.
Wit bloeiende Brunnera. Groeit niet zo snel als de blauw bloeiende vormen.
Oudere variëteit met zachtgele bladrand. Kan niet tegen felle zon.
Kaukasisch Vergeet-mij-nietje. Loopt in het voorjaar eerst uit met bloeistelen. Hieraan komen de kleine blauwe bloemetjes en klein, zilverkleurig getekend blad. Na de bloei verschijnt het grote, hartvormige blad met dezelfde zilveren tekening. Een mooie bladplant met regelmatig wat nabloei in de zomer.
Groenbladige Brunnera met een subtiel zilvergrijs vlekje in het blad. Niet zo opvallend als de bekende zilverbladige vormen maar met een bescheiden schoonheid. De bloemen zijn blauw.
We hebben deze soort een aantal jaren niet gekweekt, hij groeit nogal opdringerig. Toch is er vraag naar makkelijke bodembedekkers voor moeilijke plekken, dit is er zo eentje. Bloeit vroeg in het jaar met lichtblauwe vergeet-me-niet achtige bloemen waarna het blad begint te groeien. Vormt dus een dichte mat.
Pinksterbloem. Hoe komt het dat Pinksterbloemen bloeien tijdens Pasen en nooit tijdens Pinksteren? Ze groeien van oorsprong op vochtige, onbemeste graslanden, ze houden niet van de moderne rijk bemeste weilanden. Zeer geschikt voor verwildering in bloemenweides e.d.
Wintergroene bodembedekker voor vochthoudende grond in (half)schaduw. Groeit niet snel, wordt dus ook nooit opdringerig. De witte bloemetjes staan aan dunne, rechtopstaande steeltjes.
Lijkt op C. pensylvanica maar is iets grover. Mooi rechtop groeiend. Houdt van vochtige plekken, kan ook droger maar liever niet in de volle zon. Zeer geschikt als onderbeplanting onder heesters of als gatenvuller in een border.
Makkelijke planten met smal, overhangend blad. Groeit in drogere grondsoorten. Liefst in de schaduw van andere (grotere) planten. Laag blijvend, sierlijk en makkelijk!
Bloeit met bleeklila bloemen in schermen, wordt vaak gezien als een roze vorm van Fluitekruid maar de bloemschermen zijn wat dichter. Ook het blad is iets grover, en het geurt naar appel. Groeit op doorlatende grond in zon of halfschaduw.
Synoniem: Corydalis bulbosa. Holwortel. Inheemse (stinsen)plant die zich makkelijk uitzaait op zonnige of licht beschaduwde plekken, liefst met enigszins kalkhoudende bodem. De bloemkleur varieert tussen paars en wit. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Loopt in het voorjaar uit met grijsgroen, varenachtig blad en bloeit zeer rijk met zachtgele bloemen met een bruine tekening. Kort levend maar zaait zich goed uit. Een bijzondere Corydalis!
Blauwgroen blad en donker paarsrose, buisvormige bloemen die in grote trossen bijeen zitten. Makkelijk groeiend, mooie bodembedekker onder heesters o.i.d. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Donkergroen blad met zeer afwisselende zilverwitte tekening. De bloeikleur varïeert tussen wit en donkerroze. Voor een kalkrijke plek in halfschaduw.