Goede schaduwplant met een bijzondere bloemkleur: de bloemen zijn bleeklia. Houdt niet van droogte, verdraagt een beetje zon als de bodem niet uitdroogt.
Selectie van Coen Jansen met grote, blauwpaarse bloemen die schuin van de stelen afstaan. Valt niet om en is, volgens Coen, ‘zeer bloeiwillig’.
Zeer sterke planten met geelbont blad dat in de winter aan de plant blijft. Goede bodembedekker voor (half)schaduw waar het lichte blad een beetje kleur geeft.
Grote bossen overhangend, fijn blad. In het voorjaar is het blad olijfgroen met oranje punten, in het najaar verkleurt het spectaculair naar fel oranje. Voor vochtige, goed doorlatende grond, liefst uit de volle brandende zon.
Knoopkruid. Zeer algemene inheemse plant, groeit in graslanden op dijken en in wegbermen. Erg variabel, de hoogte kan variëren tussen 40 en 120 cm. Houdt van matig voedselrijke, niet te droge plekken in de zon.
Witte vorm van de bekende Schildpadbloem. Makkelijk groeiende schaduwplant met afstaande klokvormige bloemen. Breidt zich niet zo snel uit als de rose vorm en blijft ook iets lager.
Witte vorm van de bekende Schildpadbloem. Makkelijk groeiende schaduwplant met afstaande klokvormige bloemen. Breidt zich niet zo snel uit als de rose vorm en blijft ook iets lager.
Schildpadbloem. Gezonde schaduwplant met afstaande klokvormige bloemen. Breidt zich snel uit, vooral in de schaduw.
Wilde Cichorei. Prachtig blauw bloeiende planten met een ijl silhouet. Houdt van arme, droge grondsoorten met wat kalk, groeit veel in wegbermen.
Oost-Amerikaanse prairieplant, voorheen ingedeeld bij Eupatorium. Helder blauwpaarse, soms witte, pluizige bloemen. Zeer geschikt voor zware, natte grondsoorten. Kan zich soms snel uitbreiden.
Ruwe Smele. Grasje met ruw aanvoeldend blad en bloeipluimen die tijdens de bloei openvouwen tot ijle, fijn vertakte bloeiwijzes. Geschikt voor niet te droge grondsoorten.
Ruwe Smele. Hele ijle planten met smal blad en dunne bloeihalmen in een goudbruine kleur. Mooi als vuller tussen andere planten. Vraagt een vrij vochtige standplaats.
Ruwe Smele. Mooie fijne planten met ijle bloeiwijzes hoog boven het (ruwe) blad. Deze variëteit blijft iets kleiner dan andere Deschampsia’s. Voor iedere vochthoudende grondsoort.
Vrij smalle pollen blad met daar hoog boven losse bloeipluimen op dunne stelen.
Gebroken hartje met een hele lange bloeitijd, soms tot september! Knalroze bloemen. Houdt niet van volle zon.