Fijnbladige Aster met ook smalle bloemblaadjes in zacht lila. Makkelijke sterke plant die veel bijen trekt.
Fijnbladige Aster met ook smalle bloemblaadjes in zacht lila. Makkelijke sterke plant die veel bijen trekt.
Hoge Astilbe met opvallend helderpaarse bloemen in grote trossen. Verdraagt meer droogte dan andere Astilbes maar geen plant voor droge grond. Probeer ze eens in lichte schaduw!
Zeer donkerrode Astrantia met donkere stelen. Beperkt leverbaar.
Donkerrood bloeiende Astrantia die door zaaien vermeerderd wordt, de kleur kan dus iets variëren. Voor vochthoudende grondsoorten.
Zeeuws Knoopje met vrij grote, felgekleurde donkerrose-rode bloemen. Bloeit lang door.
In onze zoektocht naar een goed groeiende rode Astrantia zijn we (voorlopig?) bij ‘Washfield’ uitgekomen. Dit is een van de meest rode Astrantia’s met vele kleine bolvormige schermbloemen. Voor humusrijke, doorlatende grond, eventueel iets uit de volle zon.
Bloeit de hele zomer met grote paarsblauwe klokken uit bijna zwarte knoppen. Groeit bossig met veel vertakkende stelen.
Pinksterbloem. Hoe komt het dat Pinksterbloemen bloeien tijdens Pasen en nooit tijdens Pinksteren? Ze groeien van oorsprong op vochtige, onbemeste graslanden, ze houden niet van de moderne rijk bemeste weilanden. Zeer geschikt voor verwildering in bloemenweides e.d.
Knoopkruid. Zeer algemene inheemse plant, groeit in graslanden op dijken en in wegbermen. Erg variabel, de hoogte kan variëren tussen 40 en 120 cm. Houdt van matig voedselrijke, niet te droge plekken in de zon.
Donkerpaarse bloemen met bloemblaadjes die niet helemaal uitrollen waardoor een bijzondere vorm ontstaat, een beetje als een spin.
Borstelkrans. Opgaand groeiende planten met kleine lichtpaarse lipbloemen in schijnkransen. Houdt van de overgang tussen open plekken en meer beschaduwde bosranden.
Oost-Amerikaanse prairieplant, voorheen ingedeeld bij Eupatorium. Helder blauwpaarse, soms witte, pluizige bloemen. Zeer geschikt voor zware, natte grondsoorten. Kan zich soms snel uitbreiden.
Synoniem: Corydalis bulbosa. Holwortel. Inheemse (stinsen)plant die zich makkelijk uitzaait op zonnige of licht beschaduwde plekken, liefst met enigszins kalkhoudende bodem. De bloemkleur varieert tussen paars en wit. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Blauwgroen blad en donker paarsrose, buisvormige bloemen die in grote trossen bijeen zitten. Makkelijk groeiend, mooie bodembedekker onder heesters o.i.d. Verdwijnt na de bloei ondergronds.
Makkelijk bloeiende planten met donkerrode bloemen die een heerlijke chocoladegeur afgeven. Niet winterhard, bewaar de wortelknollen net als Dahlia’s in de winter op een vorstvrije plek. Ideaal om een kale plek in de zomer mee op te vullen. Groeit ook in lichte schaduw.