Rode Valeriaan of Spoorbloem, zo genoemd vanwege de sporen aan de achterkant van de bloemen. Makkelijk bloeiende plant die veel insecten trekt. Groeit op een warme, droge plek.
Bloeit met bleeklila bloemen in schermen, wordt vaak gezien als een roze vorm van Fluitekruid maar de bloemschermen zijn wat dichter. Ook het blad is iets grover, en het geurt naar appel. Groeit op doorlatende grond in zon of halfschaduw.
Synoniem: Epilobium dodonaei. Wilgenroosje uit de Alpen en Jura, groeit daar op stenige grond en steenhopen maar doet het hier ook in andere kalkhoudende, goed gedraineerde grond. Mooi fijn blad dat aan rozemarijn doet denken, de rose bloemen zitten in donkere kelken.
Synoniem: Epilobium dodonaei. Wilgenroosje uit de Alpen en Jura, groeit daar op stenige grond en steenhopen maar doet het hier ook in andere kalkhoudende, goed gedraineerde grond. Mooi fijn blad dat aan rozemarijn doet denken, de rose bloemen zitten in donkere kelken.
Rose variant van het Lelietje der dalen. Inheemse bosplant die in grote groepen op vrijwel iedere beschaduwde plek kan groeien. Bloeit het best op humusrijke grond. Bloeit laat in het voorjaar met kenmerkende hangende bloemetjes.
Een makkelijk plantje, groeit in iedere niet te droge grondsoort, wel graag uit de volle zon. Alles aan de plant is eetbaar, past dus goed in voedselbos-beplantingen, en smaakt lichtjes naar peterselie. Het drietallige blad van deze variëteit is purperkleurig, de bloei is zachtroze, soms wit, en niet spectaculair. Het resultaat van de bloei kan dat wel zijn: Cryptotaenia kan zich erg fanatiek uitzaaien. Gelukkig zijn zaailingen goed herkenbaar en makkelijk te verwijderen.
Een makkelijk plantje, groeit in iedere niet te droge grondsoort, wel graag uit de volle zon. Alles aan de plant is eetbaar, past dus goed in voedselbos-beplantingen, en smaakt lichtjes naar peterselie. Het drietallige blad van deze variëteit is purperkleurig, de bloei is zachtroze, soms wit, en niet spectaculair. Het resultaat van de bloei kan dat wel zijn: Cryptotaenia kan zich erg fanatiek uitzaaien. Gelukkig zijn zaailingen goed herkenbaar en makkelijk te verwijderen.
Planten met groot rond blad dat pas na de bloei verschijnt. Bloeit met rosewitte, bolvormige bloeiwijzen aan kale stelen. Zeer geschikt als oeverbeplanting; vraagt vochtige grond.
Kleinere vorm van Darmera peltata, groeit veel trager dan de soort waardoor hij kleiner blijft. Bloeit met kleine, bolvormige schermen voordat het blad aan de plant komt. Het blad is groot en rond. Voor vochtige grond.
Gebroken hartje met een hele lange bloeitijd, soms tot september! Knalroze bloemen. Houdt niet van volle zon.
Betrouwbare Dicentra met grijsgroen, diep ingesneden blad. Bloeit lang en rijk met donkerrose hartvormige bloemen, vooral op wat koelere standplaatsen. Groeit op niet te droge, beschaduwde plekken, heel geschikt om donkere plekken mee op te fleuren.
Langzame groeier met zachtrose bloemen in grote losse aren. De wortels van deze plant zijn wit, vandaar de soortnaam albus. De nederlands naam Vuurwerkplant dankt de plant aan de etherische olie de hij afscheidt. Bij warm windstil weer verdampt de olie en ontbrandt dan makkelijk. De plant heeft er verder geen last van.
Opgekweekt uit zaad uit Kyrgyzstan. Waarschijnlijk een synoniem van Dictamnus albus, zie aldaar.
Bloeit iets vroeger dan andere Echinacea’s met bleekpaarse, afhangende bloemblaadjes. Vormt na enige tijd een lange penwortel die maakt dat de plant goed droogte verdraagt, kan niet tegen natte voeten. Voor een drogere plek dan E. purpurea.
Bloeit iets vroeger dan andere Echinacea’s met bleekpaarse, afhangende bloemblaadjes. Vormt na enige tijd een lange penwortel die maakt dat de plant goed droogte verdraagt, kan niet tegen natte voeten. Voor een drogere plek dan E. purpurea.
Kleine, laagblijvende Epimedium met frisgroen blad dat rood uitloopt en een rijke bloei. De bloemen zijn wit maar met een rose-lila waas. Niet wintergroen.