Opgekweekt uit zaad uit Kyrgyzstan. Waarschijnlijk een synoniem van Dictamnus albus, zie aldaar.
Kleine, laagblijvende Epimedium met frisgroen blad dat rood uitloopt en een rijke bloei. De bloemen zijn wit maar met een rose-lila waas. Niet wintergroen.
Mooie bossige plant met heel veel witte bloemen die uit donkerrose knoppen groeien. Niet te droog. Groeit niet snel maar wordt ieder jaar een beetje groter en mooier.
Enorme plant met gigantische bladeren en bijzondere bloemen, voor een vochtige standplaats. ‘s Winters afdekken. Een volwassen plant is een indrukwekkend gezicht.
Paarsrood blad, aan de onderkant oranjerood en 25 cm grote (!!) bloemen in opzichtig rose met wit. Het lijkt een kuipplant maar ze staat hier toch al weer drie jaar in de tuin. Loopt laat uit. Vraagt een vrij vochtige standplaats.
Verwilderingsbol met lang smal blad en helderrose bloemen in losse pluimen die aan een kant van de steel hangen. Groeit in Nederland in loofbossen.
Klein grasje met opvallende donkere bloei aan iets overhangende aren. Zaait zich op onze rijke leemgrond uit. Oorspronkelijk niet inheems maar komt op steeds meer plekken verwilderd voor.
Lagere variëteit. Rijke bloei met lichtbruine pluimen.
In zachte winters wintergroen. Bloeit met koperkleurige bloeiwijzen die zilverkleurig afrijpen.
Laagblijvende Molinia, tot 80 cm, met mooie donkere aren. Hangt niet uit, blijft netjes rechtop staan.
Statige, groene variëteit. In het najaar verkleurt de plant okergeel met bruin.
Kleinere vorm van het inheemse pijpenstrootje. Groeit op vochtige, niet te rijke grond.
Nette groeiwijze met lange, smal blad en donkere aren. Hangt iets over.
Mooie middelhoge Molinia met rechtstaande bloeistelen en laag, overhangend blad. De bloei heeft inderdaad wel iets weg van fakkels, geelbruin en hoog boven het blad.
Groene Panicum waarvan het blad niet grijs of rood verkleurt zoals bij veel andere Panicums. Goede snijbloem. Houdt van iedere niet te droge standplaats in de zon.