Prachtige geel bloeiende Baptisia met blauwgroen drietallig blad en lange aren met zachtgele vlinderbloemen. Makkelijke, langlevende planten die langzaam groeien maar ieder jaar mooier worden.
Alweer zo’n nieuwe Baptisia met een bijzondere kleurcombinatie. Deze is zachtgeel maar verbloeit naar lilarose.
Deze Baptisia bloeit warmgeel, uiteindelijk verkleuren de bloemen naar een soort warm oranjebruin. Zoals alle Baptisia’s hebben ze even nodig om op gang te komen, niet verplanten!
Voor het eerst hebben we dit jaar planten van deze soort. Het is de laagste Baptisia, doordat de stelen overhangen wordt de plant niet hoger dan zo’n 60 cm. De bloei is crèmegeel. Groeit langzaam.
Makkelijk groeiende Baptisia, een stuk sneller dan de B. australis cultivars. Bloeit rijk, de bloemen zijn knalgeel. De zaadpeulen zijn opvallend rond.
Vroeg bloeiend gras dat ook na de bloei een mooi verticaal accent vormt. Nette pollen, die al vroeg in het seizoen op hoogte zijn.
Syn: Bijzondere korenbloem met wijnrode, distel-achtige bloemen en grijsgroen blad.
Rode Valeriaan of Spoorbloem, zo genoemd vanwege de sporen aan de achterkant van de bloemen. Makkelijk bloeiende plant die veel insecten trekt. Groeit op een warme, droge plek.
Stevige stelen met bleekgele, bijna witte bloemen. Transparant silhouet, heel geschikt om bijvoorbeeld bloemenweides mee op te vrolijken. Zeer goede bijen- en vlinderplant.
Stevige stelen met bleekgele, bijna witte bloemen. Transparant silhouet, heel geschikt om bijvoorbeeld bloemenweides mee op te vrolijken. Zeer goede bijen- en vlinderplant.
Nieuwere variëteit met grote bloemen en smal blad. De warmgele bloemen komen uit oranje knoppen en hebben korte, brede bloemblaadjes. Voor een droge, warme standplaats.
Schitterende Ridderspoor met gele (!) bloemen. Moeilijk te kweken en waarschijnlijk niet winterhard maar ik probeer het toch maar, ze zijn zo mooi. Groeit in Centraal Azië op warme droge hellingen in de volle zon.
Ruwe Smele. Grasje met ruw aanvoeldend blad en bloeipluimen die tijdens de bloei openvouwen tot ijle, fijn vertakte bloeiwijzes. Geschikt voor niet te droge grondsoorten.
Ruwe Smele. Hele ijle planten met smal blad en dunne bloeihalmen in een goudbruine kleur. Mooi als vuller tussen andere planten. Vraagt een vrij vochtige standplaats.
Vrij smalle pollen blad met daar hoog boven losse bloeipluimen op dunne stelen.
Tweejarige: het eerste jaar worden rozetten gevormd, het volgende jaar bloeit de plant met grote verticale aren met bruin-gele bloemen. Sterft meestal af na de eerste bloei maar soms houden ze het een paar jaar langer vol.