Knoopkruid. Zeer algemene inheemse plant, groeit in graslanden op dijken en in wegbermen. Erg variabel, de hoogte kan variëren tussen 40 en 120 cm. Houdt van matig voedselrijke, niet te droge plekken in de zon.
Ruwe Smele. Grasje met ruw aanvoeldend blad en bloeipluimen die tijdens de bloei openvouwen tot ijle, fijn vertakte bloeiwijzes. Geschikt voor niet te droge grondsoorten.
Ruwe Smele. Hele ijle planten met smal blad en dunne bloeihalmen in een goudbruine kleur. Mooi als vuller tussen andere planten. Vraagt een vrij vochtige standplaats.
Vrij smalle pollen blad met daar hoog boven losse bloeipluimen op dunne stelen.
Gebroken hartje met een hele lange bloeitijd, soms tot september! Knalroze bloemen. Houdt niet van volle zon.
Betrouwbare Dicentra met grijsgroen, diep ingesneden blad. Bloeit lang en rijk met donkerrose hartvormige bloemen, vooral op wat koelere standplaatsen. Groeit op niet te droge, beschaduwde plekken, heel geschikt om donkere plekken mee op te fleuren.
Geel Vingerhoedskruid. Tweejarige met zachtgele bloemen in kleine aren. Groeit op droge, stenige plekken in de zon.
Wintergroen bodembedekkertje met kort, geveerd grijsgroen blad en vanaf het einde van het voorjaar kleine witte bloemetjes. Groeit in Z.O. Azië (van India tot Japan) in vochtige schaduw.
Heeft wel wat weg van een Astilbe. Luchtige, losse bloempluimen met kleine wollige, felroze gekleurde bloemetjes. Het blad is diep ingesneden, een beetje varen-achtig. Voor een niet te droge plek. Graag ietsje schaduw.
Gevulde vorm van de inheemse moerrasspirea. Groeit op natte grondsoorten en kan goed tegen concurrentie. Donkere stelen, geveerd blad en cremewitte bloemen in grote vertakte tuilen.
Witte Ooievaarsbek met opgaande stelen met kleine afstaande bloemetjes, prachtig in de schaduw.
Geranium phaeum-type met een prachtige donkere bloemen en frisgroen blad.
Een van de donkerste Geranium phaeums met frisgroen blad en lange stelen met donkerpaarse bloemen. Voor halfschaduw of schaduw, niet te droog.
Donker gevlekt blad en donkerpaarse bloemen. Kan goed in de schaduw maar ook in de zon.
Steriele vorm ,; zaait niet uit en bloeit langer dan andere phaeums. Bijzondere bloemkleur: opent wit maar verkleurt naar lichtroze. In het hart van iedere bloem een donkerpaarse ring.
Aparte kleur: een beetje paarsblauw. Bloeit vroeg in het voorjaar.