Stond in het Zuidlimburgse Bommerig langs de kant van de weg en er zat zaad in. Het blad is driehoekig van vorm, boven in de plant wat meer langwerpig. De lipbloemen hebben een grote onderlip, de geelwitte kleur is niet spectaculair. Groeit graag aan de rand van bosschages.
Gevonden in Kirgizië. Grote planten, de naam minus slaat op de grootte van de bloemen. Vormt een grote pol grijsgroen blad, bloeit met veel kleine, geelgroene bloemen die in grote pluimen hoog boven het blad staan. Houdt van zwaardere grondsoorten, niet van droge, zonnige standplaatsen.
Stalkaars. Hoge, statige planten met gele bloemen in aren. Tweejarig; vormt het eerste jaar een bladrozet met penwortel, in de daaropvolgende zomer worden de bloeistelen gevormd. Prachtig silhouet in de winter. Zaait zich uit als de bodem wat verstoord is.